Er is nog steeds onzekerheid over de invoeringsdatum van de EU-ontbossingsverordening (EUDR). Op 14 november werd er in het Europees Parlement gestemd over het voorstel om de wetgeving met een jaar uit te stellen. De stemming ondervond vertraging door voorgestelde amendementen vanuit de EVP. Na enige ophef diende de EVP uiteindelijk slechts één amendement in: de invoering van een 'geen risico'-categorie binnen het benchmarkingproces van de EUDR. Dit houdt in dat landen worden ingedeeld in drie risico-categorieën (hoog, standaard, en geen risico). Voor landen in de 'geen risico'-categorie, gelden lichtere verplichtingen voor bedrijven, zoals minder strenge controles en due diligence-eisen.

Daarnaast is afgesproken dat de inwerkingtreding van de EUDR pas kan plaatsvinden als het benchmarkingproces, dat de risicolanden indeelt, minstens zes maanden daarvoor is afgerond. Door deze wijzigingen moet de wetgeving opnieuw worden besproken in triloogonderhandelingen tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement. Ook moet de tekst opnieuw aan de Milieucommissie worden voorgelegd.

Europarlementariër Christine Schneider (Duitsland), verantwoordelijk voor het dossier namens de EVP, uitte vertrouwen dat de onderhandelingen vóór het einde van het jaar afgerond kunnen worden, zodat de wijzigingen vóór de geplande invoeringsdatum van de EUDR kunnen worden doorgevoerd. Tijdens een persconferentie na de stemming benadrukte Schneider dat het veiligstellen van de eenjarige verlenging de hoogste prioriteit had voor haar fractie. Deze verlenging zou als terugvaloptie dienen, mocht blijken dat de onderhandelingen te veel tijd kosten of vastlopen.

Ondanks de mogelijke voordelen van het nieuwe amendement, blijft er onzekerheid, aangezien er nog geen definitieve beslissing is genomen over de inwerkingtreding van de EUDR. In de tussentijd wordt geadviseerd de voorbereidingen voort te zetten.